Jan Glas figureert op dit blog vaak als fotograaf, want hij kan uitstekend fotograferen, maar hij kan nog uitstekender dichten. Ik ben bevooroordeeld als redacteur bij de uitgeverij waar hij zijn bundels uitbrengt. Vorige week zondag kreeg hij de Dagblad van het Noorden Streektaalprijs, groot 1001 euro, voor zijn verzamelbundel Dubbel Glas, ale gedichten.
Die bundel was een nevenproduct bij zijn Nederlandstalige debuut Als was zij mijn vrouw. In de drie noordelijke kranten die hem bespraken werd gepreludeerd op de C. Budding’-prijs. Als uitgeversknecht ga je er dan een beetje op rekenen. Dat moet je nooit doen.
Het is lastig om een boek in een landelijke krant besproken te krijgen, een dichtbundel is nog lastiger. De Buddingh’-nominatie kan je enorm helpen. Vorige week zondag won Glas een grote prijs, afgelopen donderdag werd hij niet genomineerd. Daar was ik wel lichtelijk chagrijnig over. Ik ken drie van de vier bundels niet, dus ik kan geen vergelijking maken. Het chagrijn is louter gebaseerd op de wil dat Jan Glas landelijk moet doorbreken en dat die doorbraak nu iets langzamer gaat.
Jan Glas heeft eerst het hele noorden veroverd en nu gaat hij verder met de rest van Nederland. Lezer voor lezer. Als het dan niet via de Buddingh’-prijs gaat, dan maar als Geheimtip.
Ik heb de neiging om Erik Menkveld en Guus Middag om de oren te slaan dat ze dit talent nog niet gesignaleerd hebben.
Jan Glas is veel laconieker. Hij staat dit jaar toch wel op Poetry International, maar dan in een ander zaaltje. Zijn gedichten worden intussen in het Deens vertaald.
De Streektaalprijs werd uitgereikt in Veenhuizen, het gevangenisdorp in Drenthe met als slogan ‘Veenhuizen boeit’. Op de huizen in Veenhuizen staan didactische levenswijsheden, zoals ‘Orde en Tucht’, of ‘Helpt elkander’. Jan Glas staat op de foto onder ‘Vertrouw op God’. Dat moeten we dan maar doen.