De engel van Bordeaux
Uw inktslaaf heeft zichzelf deze week nogal afgebeuld. Zijn oud-en-nieuw-boekenzeer is zo langzamerhand gevoeglijk bekend en mag als onderwerp dus even rusten. Over een paar weken gaat hij vast wel weer op herhaling. Een versje, vrij naar Friedrich Schiller, komt in gedachten.
De Moor heeft zijn werk gedaan
De Moor mag eindelijk gaan
De Moor heeft zijn schuld voldaan
De Moor kan bijna niet meer staan
Uw vrolijke zwartkijker wijdt zich deze twee feestdagen vurig aan een nieuw project: een tekst over een Portugese consul die de heer Schindler doet verbleken. Eén man versus drie dictators.
I
De man tegenover mijn bureau aarzelt een paar tellen. Ik moet even aan mijn spiegelbeeld denken toen ons gezin in Antwerpen woonde. Dezelfde blik, het hoofd ietwat teruggetrokken tussen de schouders. Weken durfde ik mijzelf bij het scheren nauwelijks in de ogen te kijken.
‘Weet u zeker dat dit volstaat?’ vraagt hij. ‘Zo zonder verder bewijs van onze identiteit?’ Onder zijn overhemd spannen de spieren zich aan. Toch trillen de papiertjes in zijn hand onbedaarlijk. Net als indertijd mijn scheermes. Ik sta op en sluit het venster. De stilte is drukkend. Het zal waarschijnlijk snel gaan onweren. Het klimaat in deze regio is mild door de nabijheid van de Atlantische Oceaan. De winters zijn zacht en de zomers koel, maar het aantal zonuren overstijgt dat van de meeste streken in het land. Om de dag valt wel een bui. Geen wonder dat de druiven hier zo goed rijpen.
‘Honderden zijn u voorgegaan,’ zeg ik. ‘En zoals u ziet, bent u niet de laatste in de rij.’ Ik glimlach, herschik mijn das en strijk de panden van mijn colbert glad. Het pantser van de diplomaat. Mijn kaken, nek en schrijfhand doen zeer. Eigenlijk protesteert mijn hele lichaam. Ik ben de jongste niet meer en ik heb een moeilijke nacht gehad, mijn vrouw Angelina aan mijn zijde, zorgzaam als altijd. Toen ik opstond, nog steeds stram van de koorts, wist ik zeker wat me te doen stond. (meer…)