Ruwe bolster, blanke pit
De schrijver A.L. Snijders noemt zijn ultrakorte stukjes Zeer Korte Verhalen. Juist de eenvoud en de terloopsheid waarmee de onderwerpen worden aangekaart, zorgen voor intense leeservaringen. Het leverde de schrijver laat in zijn carrière alsnog de o zo verdiende erkenning op in de vorm van de Constantijn Huygensprijs.
Lammert Voos stuurt in zijn prozawerk De terugkeer van het haringorakel een leger van maar liefst vierennegentig verhalen op de lezer af, opgedeeld in acht cohorten. Kan men zo’n aanval weerstaan? Hebben we hier met overdaad te maken, een schrijver die geen maat weet te houden? Allerminst! Voos weet evenzeer op de korte baan te excelleren als Snijders. Hij is een rasechte poëet, geen zwijmelaar, maar een woordkunstenaar van het type ruwe bolster, blanke pit, die als het ware met de handrem erop schrijft en tegelijkertijd zichzelf toch weet bloot te geven. Hij is een scherpe observator, zich bewust van de valkuilen van het schrijven.
(meer…)