Twee schrijvers mogen beslist niet ontbreken in de Literaire wandeling Groningen, omdat ze zo van wandelen hielden: Belcampo en Jean-Paul Franssens. Ze kenden elkaar sinds de jaren zestig, toen Belcampo aan het Schuitendiep onder zijn eigen naam studentenarts was en Franssens zijn eerste schilderij exposeerde bij een lijstenmaker in de Zwanestraat. Hun vriendschap was er een van wederzijdse bewondering, al omschreef Franssens hun relatie later als ‘leerling en meester, soms vader en zoon’. De zwerftocht van Belcampo (1939, vele malen herdrukt) was Franssens lievelingsboek.
Ze kwamen overal, samen wandelend, en maakten wat mee. In de buurt van Dijon werden ze beschoten door een heer met een witte hoed (een ‘wandelende vogelverschrikker’, aldus Franssens). Tot hun vaste repertoire hoorde een flinke tippel langs het Reitdiep. Aan het eind van de wandeling stond een dampende kom groentesoep te wachten bij Café Hammingh. Ze struinden ook weleens over de rommelmarkt in Stad. Belcampo, altijd op zoek naar ongesigneerde schilderijtjes en onbekende meesterwerken, liep dan nét die ets van Rembrandt mis. (meer…)