Voor deze week was mijn grootste claim to fame het ongedwongen gesprek (over het weer) dat ik met Harry Otten had in het vliegtuig naar Toulouse. Leuke man, eenvoudig gebleven en een kei in zijn vakgebied. Pas bij de bagagebelt drong de grootsheid van de ontmoeting echt tot me door.
‘Nou, ik moet weer verder…’
‘Ja leuk om je gesproken te hebben, eh…’
‘Harry.’
‘Harry wie?’
‘Harry Otten.’
(geluid van vallend muntje)
‘Ah ja, Harry Otten, van het weer!’
‘Ik moet rennen…’
‘Dag Harry.’ (meer…)