Poetry International 2012 loopt weer ten einde. De dichters en medewerkers beginnen tekenen van vermoeidheid te vertonen; ze hebben wallen onder hun ogen en een glazige blik. De avonden na het programma hakken er ook in. De groep rokers buiten wordt steeds groter.
Vrijdag en zaterdag zijn het programma voller dan ooit. Dichterslezingen, workshops, debatten, een hoorspel en dichters die met elkaar in gesprek gaan. Zoals Inuo Taguchi, Japans dichter, en Karen Solie, Canadees dichter, die spreken over humor en ironie in hun werk. Een Japanse vertaler leidt het gesprek. Hij vraagt de dichters of ze hun gedichten zelf grappig vinden. Als ik al hoopte een antwoord te vinden op grote vragen als; ‘waarom is iets grappig?’ of: ‘waarom vinden Japanners sommige haiku’s hilarisch?’ dan word ik teleurgesteld; het mysterie blijft in stand. Humor blijkt ongevraagd gedichten in te sluipen. Zowel Solie als Taguchi schrijven regelmatig een serieus gedicht waar mensen hard om moeten lachen. Het heeft iets tragisch; de onbegrepen dichter. Maar Solie en Taguchi zien de humor ervan in, gelukkig. (meer…)