In 2013 is het 150 jaar geleden dat Louis Couperus geboren werd. Daarom is het dit jaar Louis Couperusjaar. Reden voor Doeke Sijens en Coen Peppelenbos om het Verzameld werk van de schrijver te lezen van deel 1 tot en met deel 50. Vandaag deel 3: Eline Vere.
Wegglijden in een stil, blauw meer
En dan, in maart 1889, publiceert Couperus Eline Vere, een boek waarvan meer dan honderd jaar later de glans nog volledig intact is. Waren zijn beide gedichtenbundels al bij verschijnen ouderwets, met zijn eerste roman positioneerde hij zich direct als de meest originele én moderne romanschrijver van Nederland.
Hij koos voor het boek op het oog een simpel uitgangspunt: de verwikkelingen rond een aantal gegoede families in Den Haag. Couperus kende dit milieu uitermate goed en het kostte hem dan ook geen moeite hier een levendig beeld van te schetsen. Zijn meesterzet was echter om een buitengewoon gecompliceerde en ook voor moderne lezers nog steeds enigszins raadselachtige hoofdpersoon te kiezen. Eline Vere lijkt zo op het oog in niets te verschillen van de andere jonge vrouwen, die Couperus beschrijft tijdens diners, visites of bezoekjes aan het Kurhaus in Scheveningen. Maar al vrij snel wordt het de lezer duidelijk dat Eline ontevreden is over haar leventje en liefst aan die Haagse wereld zou willen ontsnappen. Deels is dit een romantisch verlangen, gebaseerd op het lezen van teveel lichte romannetjes. Maar het heeft ook te maken met een diep doorvoeld besef dat zij haar eigen leven niet kan sturen en alles door het (nood)lot wordt bepaald. Het ene moment volgt zij lijdzaam wat er van haar wordt verwacht, dan weer probeert ze zich te verzetten en zelf het heft in handen te nemen. Na eerst geheel in de ban van een operazanger te zijn geweest, verlooft zij zich met de doodgoede Otto, die door haar familie en vrienden gezien wordt als een uitstekende partij. Hij is alles wat een conventionele vrouw maar van een man kan verwachten. Haar ‘overgave’ aan Otto beschrijft Couperus uiterst veelbetekenend: ‘toch was het of heur ziel weggleed in een stil, blauw meer, dat roerloos zijne wateren over haar sloot, en waar een eeuwige vrede scheen te heerschen, een Nirwana, waarvan de zaligheid haar geheel nieuw was.’ (meer…)