Abdicatie: ik heb het altijd een mooi woord gevonden, deftig – wellicht ben ik daar bovengemiddeld gevoelig voor, voor deftigheid, dankzij mijn Bloemendaalse jeugd. Het heeft ook een prachtige boektitel opgeleverd: abdication of the throne of hell, een dichtbundel van Piero Heliczer. Maar dat heeft niets met de Nederlands(talig)e literatuur van doen. Toch? Nou ja, wel een beetje: 1. de schrijver woonde op het moment van verschijnen in Amsterdam (misschien nog steeds wel); 2. de bundel verscheen in de ‘Amsterdam School Poetry Series’ (Uitgeverij 261, Heerlen 1981), een groots opgezette reeks – ‘bilingual tweetalig’ – die helaas na een paar delen al ter ziele ging, met de (als ik het wel heb) speciaal voor deze serie opgezette uitgeverij; en 3. de Nederlandse versies van de gedichten in de bundel zijn vertalingen gemaakt door Hans Plomp. De poëzie van Heliczer is intrigerend, zij het ‘enorm jaren zestig’, om het zo maar uit drukken: alles is associatie, het leven één grote trip.
als flarden vuurwerk licht
in elkaar passen al drijven ze uit een
alles echt de bezieling van helder
papier vol chinese beloften
o om af te rollen ik aaide kattestaart op haar wit en
mandarijn en licht glanzende rug
toen ze verscheen warm aangekleed
heilige stokjes stof dwarrelt
over het trottoir zijn
nachtbestoven
profetenteken
kabouter beweging van moleculen
duiven rocobobbel