Niets is wat het lijkt
Voor een jong, dakloos meisje zijn bioscopen een prima plek om te overnachten, je moet alleen wel geduld hebben. [ … ] ‘Juffrouw,’ zegt een mannenstem. ‘Vooruit nu. U moet wakker worden.’ Het is de portier die mij wakker port. [ … ] ‘Ik moet morgen een stukje voor de krant schrijven,’ verzin ik. ‘Over deze film.’
De openingsscène van Stille mensen van Esther J. Ending zet direct de toon. Het voordeel van het schrijven in de eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd is dat de lezer direct in het verhaal wordt gezogen, je maakt de ‘roadtrip’ die elk boek toch in wezen is live mee. Nadeel is dat men vaak de hoofdpersoon associeert met de schrijver. Desgevraagd heeft Ending net als hoofdpersoon Nicky een tijd doorgebracht in een kraakpand, maar daarmee houdt de vergelijking wel op. Het is duidelijk dat Ending weet waarover ze schrijft, maar ze had net zo goed een gevangenis, een ziekenzaal of een bejaardentehuis als decor kunnen nemen. Ze onderzoekt in de roman namelijk de interactie tussen mensen die ‘tot elkaar veroordeeld zijn’ en in dit specifieke geval, en daarom is de kraakscène goed gekozen, ook wat er overblijft van het idealisme van de jeugd van de jaren tachtig.
(meer…)