In 1810 verschijnt het boekje dat spreekwoordelijk is geworden: De brave Hendrik van Nicolaas Anslijn Nz. Een ‘brave Hendrik’ te zijn is nu niet nastrevenswaardig, maar het boekje behaalde toen enorm veel drukken. Zo braaf als dat kereltje Hendrik is, je wordt er gewoon opstandig van. Hij is lief voor zijn ouders, hij doet aardig tegen de meester, hij helpt zijn vrienden, er is geen rafelrandje te vinden aan dit stierlijk vervelende ventje.
Anslijn, schrijft meteen een vervolg, dat De brave Maria heet. Maria is het zusje van Hendrik en al net zo onuitstaanbaar. Binnen het boekje krijg je een goed beeld van de zeden en gewoonten aan het begin van de negentiende eeuw. Meisjes werden al vroeg van school gehaald.
Maria is zoo oud als Hendrik. Zij zal nu twaalf jaren oud zijn.
Zij heeft reeds verleden jaar de school verlaten.
O, dan zal zij weinig geleerd hebben! Als de kinderen zoo vroeg de school verlaten, dan hebben zij niet veel tijds gehad om te leeren.
Niet te haastig! Maria heeft haren tijd wel besteed. Zij kan goed lezen, schrijven, en rekenen, en heeft in de school nog vele andere nuttige zaken geleerd, waardoor zij zulk een goed meisje geworden is.
Toen zij zeven jaren oud was, kon zij al kousen breiden; zij maakte zelden kwade steken, want zij was zeer oplettend.
(…)
Een meisje moet vroeg leeren huishouden. Zij moet zich vroeg aan het werk gewennen.
Zij moet vroeg zuinigheid, zindelijkheid, en orde leeren. Als zij dit vroeg leert, dan wordt het haar eindelijk tot eene gewoonte.
Als wij vroeg aan orde, zindelijkheid, en zuinigheid gewend worden, dan weten wij naderhand niet beter, of het behoort zoo.
Het naaijen, zal ik zelve u leeren in de uren, die ons overblijven.
En zo emmert het door over de zuinigheid, zindelijkheid en zachtzinnigheid van Maria, die, slothoofdstuk, ook God zeer lief heeft. Binnen die negentiende eeuw vinden vele revoluties plaats. Honderd jaar na De brave Hendrik verschijnen Dik Trom en Pietje Bell ten tonele. Binnen die eeuw publiceerde Louisa May Alcott al Onder moeders vleugels en Op eigen wieken waarin veel krachtiger vrouwen voorkomen dan onze Maria. Binnen die eeuw gaat een vrouw voor het eerst studeren aan de universiteit. Twee eeuwen geleden waren Hendrik en Maria voorbeeldfiguren, nu zijn ze afschrikwekkende opvoedkundige exemplaren van een beknotte jeugd.
(foto: Nationaal Archief, via Flickr The Commons)