O ironie: in een stuk over typ- of zetfouten zelf een naam verkeerd spellen. Ik deed het vorige week: Ernst Braches, samensteller van Verzamelde gedichten van Boudewijn Büch, verhaspelde ik consequent tot Brachus. Gelukkig is op internet eenvoudig te herstellen wat in druk tot een beschamend erratum leidt.
Maar goed, ik had het over het tweede gedicht op de eerste tekstpagina van de Verzamelde gedichten van Büch. ‘O en A’ heet het, en de opdracht luidt ‘Voor N’.
Samensteller Braches nam het over uit een artikel van Harry G.M. Prick in het ‘periodiek’ Tegendeel (jaargang 3, nummer 10, oktober-december 1986), want de eerste publicatie, in oktober 1966 in Neo-Ter nummer 1, heeft hij niet onder ogen gehad – ongetwijfeld niet uit gemakzucht (‘Ik heb nou toch een bron’), gezien de zeer uitgebreide ‘Aantekeningen bij’ (pp. 176-256) en ‘Bronnen van’ (pp. 264-318) de door hem verzamelde gedichten. Waarschijnlijk was het nummer van Neo-Ter onvindbaar vanwege de kleine oplage van dit door drie middelbare scholieren uitgegeven blad. Die drie waren Harry Kramp, Roeland Smeets en Gideon den Tex. (meer…)