Met de openingswoorden ‘Vuile fascist’ een vriendschap beginnen, is enigszins ongewoon, maar dat was de tekst die Ronald Giphart zijn medeleerling Bert Natter toevoegde op het Baarnsch Lyceum. ‘Ik ben geen vuile fascist. Ik ben een vuile communist,’ antwoordde Natter en een vriendschap was geboren. Dat kunnen we lezen in het blad van Stichting Lezen. De schrijvers zaten bij de wat rebelse schoolkrant De uitlaat. Binnen een nogal rechts milieu (het Baarnsch Lyceum was de school van prins Willem-Alexander) vormden de twee een linkse uitzondering. De gemeenschappelijke passie was literatuur. Er bestaan uit die tijd al een foto van de twee jongens die als beginnende schrijvers poseren. Je herkent een fles Drambuie, de schrijversdrank bij uitstek, een potje pillen en bovenop een stapel boeken ligt de roman Winterlicht van Jeroen Brouwers. Toen nog een literair voorbeeld.
In de tweede roman van Giphart, Giph, spelen Monk en Thijm (waarin we Bert Natter en Jerry Goossens gefictionaliseerd terugzien) een belangrijke rol in het vinden van de eigen stem van Giphart in de literatuur. Er moet echter nog wel een literaire vadermoord gepleegd worden. Die vader is Jeroen Brouwers.