In 2013 is het 150 jaar geleden dat Louis Couperus geboren werd. Daarom is het dit jaar Louis Couperusjaar. Reden voor Doeke Sijens en Coen Peppelenbos om het Verzameld werk van de schrijver te lezen van deel 1 tot en met deel 50. Vandaag deel 12: De verzoeking van den H. Antonius.
Een zijstraat
In De Kroniek van 4 oktober 1896 staat een spotprent waarop we een knielende Couperus zien, omringd door uitgevers met zakken vol geld die de schrijver proberen te verleiden om werk van Flaubert te vertalen. Eerder dat jaar is namelijk een gedeeltelijke vertaling verschenen van La tentation de Saint Antoine van Gustave Flaubert. Het was de bedoeling dat de vertaalde fragmenten eerst samen met Hooge troeven in één band uitgegeven zou worden, maar toen bleek dat de fragmenten toch uitgebreider waren dan Couperus eerst inschatte en hij het geheel toch als eenheid zag, is besloten om twee aparte boeken uit te geven.
Ik heb eerst De verzoeking van de heilige Antonius, een complete vertaling van het origineel door Hans van Pinxteren. In het tamelijk onspeelbare toneelstuk zie we de kluizenaar Antonius die door de duivel bezocht wordt met talloze verzoekingen. Geld en mooie vrouwen weet Antonius met gemak te weerstaan, maar Flaubert trekt behoorlijk wat pagina’s uit voor allerlei goden en wijsgeren die de standvastigheid van het geloof van Antonius beproeven. Van Boeddha tot Jupiter, alles komt langs. Van Pinxteren heeft achterin zijn boek een namenlijst van veertien bladzijden opgenomen om de lezer een beetje tegemoet te komen.
Visioenen en nachtmerries teisteren Antonius, maar deze blijft bidden tot Christus en de duivel krijgt geen vat op hem. Het is de verdienste van Couperus dat hij dit monsterlijke toneelstuk van Flaubert, dat meer lijkt op een filosofische en religieuze namedropping, gereduceerd heeft tot een bladzijde of negentig. (meer…)